Leeuwarden, Waalse kerk
|
| Kerk |
|
Het kerkgebouw dateerd uit 1530 en was oorspronkelijk een kloosterkapel van de Dominicanessen. Van 1659 tot 1888 deed het gebouw dienst als
Waalse kerk. De uit de Zuidelijke Nederlanden gevluchte Franstalige protestanten (Walen) als de gevluchte Hugenoten uit Frankrijk konden hier
de dienst in het Frans volgen. De eenvoudige voorgevel heeft een classicistische ingang uit de 17e eeuw met daarboven een koepeltorentje. Later
zijn de kleine vensters aangebracht terwijl de grotere spitsboogvensters dateren uit 1837. Het poortje van de ingang bestaat uit twee Toskaanse
pilasters, die een driehoekig fronton dragen. Men besloot op 30 april 1737 een verhoogd houten gewelf aan te laten brengen om het orgel er onder
te kunnen plaatsen. Het koor van de kapel is in 1839 gesloopt.
In 1837 is de kerk verbouwd en daarbij ging veel van het oorspronkelijke interieur verlopren. Enig oud kerkmeubilair bleef bewaard, zoals de 17e eeuwse kansel. Ondanks de eenvoud is deze erg fraai, zoals de gekorniste panelen en hoekversieringen. Het bijbehorende doophek is inmiddels verwijderd. In de kerk staan drie herenbanken zonder overhuiving. Op de balustrade van het orgel is voorzien van zeer fraai snijwerk, gemaakt door Meester beeldhouwer Jaan Oenema uit Leeuwarden. Het bevat twee fraaie gebeeldhouwde wapens van de schenkster prinses Anna van Hannover en haar in 1711 verdronken echtgenoot Willem Karel Hendrik Friso. De galerijen aan weerszijden van hei orgel hebben ook met snijwerk versierde balustrades. Vermoedelijk zijn deze later aangebracht. Tussen 1985 en 1987 is de kerk gerestaureerd. Vanaf 1987 is de kerk meer een multi-cultureel centrum geworden, al zijn er zo nu en dan nog bijzondere diensten. De kerk is een rijksmonument. |
| Orgel |
| 1740 |
| Het orgel wordt gebouwd door Johann Michael Schwartzburg uit Leeuwarden. Het is een instrument met twee klavieren en aangehangen pedaal. Het was een geschenk van prinses Anna van Hannover. Het gesneden rugstuk dateert uit 1742. Het wordt betaald door de Staten van Friesland en gemaakt door Jaan Oenema. De bouw van het orgel werd begeleid door de organist van de Grote kerk Reijnoldus Popma van Oevering. Het orgel is op 1 mei 1740 in gebruik genomen. |
| 1854 |
| Het orgel wordt gewijzigd en vergroot door L. van Dam en Zonen uit Leeuwarden. Het Onderpositief wordt gewijzigd in een Bovenwerk, dat wordt geplaatst achter het Hoofdwerk. Voor dit bovenwerk worden een nieuwe windlade en nieuwe mechanieken gemaakt. De volgende dispositiewijzigingen vinden plaats: De Cornet op het HW wordt vervangen door een Bourdon 16' op het NW; de Prestant D 8' wordt aangevuld met pijpen voor de bas; de Quintadeen 8' wordt vervangen door een Viola di Gamba 8'; en nieuwe Roerfluit 8' en Fluit travers 4' worden toegevoegd aan het NW; de Mixtuur op het HW wordt vervangen door een Fluit 4'. |
| 1951-1952 |
| Bij werkzaamheden aan het orgel door D.A. Flentrop wordt de dispositie opnieuw veranderd en uitgebreid. De Bourdon 16' van het HW wordt op het pedaal geplaatst op een pneumatische lade. Op het NW wordt een Quintadena 8' geplaatst. Een Prestant 4', Quint 1 1/3' en een Sesquialter komen in de plaats van de Viola 8' en de Salicet 4' op het NW. De achterzijde van de kast wordt opnieuw vergroot. Adviseur tijdens deze restauratie is Piet Post uit Leeuwarden. |
| 1986 |
| Het orgel is in slechte staat. Vanwege een kerkrestauratie wordt besloten het orgel buiten gebruik te stellen. Fa. Bakker & Timmenga uit Leeuwarden demonteerd de windvoorziening en verwijderd de uitbouw van de kast uit 1952. De orgelkas met het snijwerk uit 1740 wordt hersteld. De oorspronkelijke kleuren (twee tinten blauw) zijn teruggevonden en worden opnieuw aangebracht op de orgelkas en balustrades. Men verwacht dat na de kerkrestauratie ook het orgel spoedig gerestaureerd zal worden. Dat zou echter nog lang op zich laten wachten. In de tussentijd wordt een koororgel van Fama & Raadgever uit ca. 1975 gebruikt. |
| 2001-2002 |
| Bij de restauratie door Fa. Bakker & Timmenga uit Leeuwarden wordt de technische aanleg, die door de werkzaamheden van Van Dam was ontstaan, gehandhaafd en de dispositie grotendeels hersteld in de situatie van 1854. Adviseur is Jan Jongepier uit Leeuwarden. |
| Dispositie |
| Hoofdwerk, C - c''' | Bovenwerk, C - c''' | ||||||
|
Prestant ● ● Holpijp ● Octaaf ● Fluitf ● Quint ● ● Octaaf Mixtuur ● Trompet ● |
8' 8' 4' 4' 3' 2' 4-6 st. 8' |
Prestant ● Roerfluit ● Viool de gambe ● ● Salicionaal ● ● Fluit travers ● Nachthoorn ● Dulciaan ● |
8' 8' 8' 4' 4' 2' 8' |
||||
| Pedaal, C - d' | Werktuigelijke registers | ||||||
|
Aangehangen Toonhoogte : a1 = 435 Hz Temperatuur: evenredig zwevend |
Twee afsluitingen Klavierkoppel Tremulant BW Zwelinrichting BW ● Schwartzburg (1740) ● Van Dam (1854) ● Bakker & Timmenga (2002) ● Hardorff (1849) |
||||||
| Geschiedenis over kerk en orgel |
| Verteller | : | Jan Jongepier (1941-2011) |
| Duur | : | 7 minuten en 50 seconden |
| Bron | : | Radio opname Omrop Fryslân uit 2002 |
| Improvisatie |
| Organist | : | Jan Jongepier |
| Duur | : | 10 minuten en 21 seconde |
| Bron | : | Radio opname Omrop Fryslân uit 2002 |